In 1800 waren er nog 2000 schapen in Leersum, in 1900 was dat aantal, door de komst van kunstmest, gehalveerd tot 928. In 1824 stonden er 41 schaapskooien en ook dat aantal is in 1900 gehalveerd. De kuddes, van 150 tot 200 beesten, graasden op de enorme heideterreinen die de Heuvelrug rijk was. ‘s Avond ontlasten de schapen zich in de kooi, een z.g.n. potstal. De mest werd vermengd met heideplaggen. Na een jaar werd dit rijke mengsel verspreid over de landbouwgronden.
A0012_0001
Kudde schapen grazend in de bermen van een zandweg. De foto is genomen rond 1900 door de Haagse fotograaf Voogt.
A0012_0002
Kudde voor een karakteristieke schaapskooi. De kaart is in 1929 verzonden
A0012_0004
De schaapsherder met zijn onafscheidelijke hond. De kaart is in 1963 verzonden.
A0012_0005
De kudde graast in de berm van het Darthuizerlaantje. Het laantje was een pad in het verlengde van de Middelweg naar de korenmolen Oog in ‘t Zeil.
A0012_0006
Stereofoto uit Aardrijkskundige Beeldgallerij, verzameld door M.J. Broekhuijsen, hoofd eener school te Amsterdam.
A0012_0008
De kudde op een schapendrift die leidde naar de heideterreinen.
A0012_0007